Move'Hub, Nieuws

Opmerkingen van Midi Moins Une ! over Move’Hub

Hier vind je de opmerkingen van Midi Moins Une ! in het kader van het openbaar onderzoek over Move’Hub.


1. Algemeen & context

Move’Hub is een nieuwbouwproject op het zogenaamde bouwblok ‘Kuifje’ (cf. RPA Zuid). Op het eerste zicht ziet het eruit als een ‘teruggeschroefde’ versie van oudere projecten, waaronder de ‘Victor-torens’. De afstap van het Victor naar het huidige Move’Hub wijst op meer respect voor de stedelijke context. Toch blijft het project veel te compact, veel te hoog en een bron van overlast.

Ter herinnering, tijdens het openbaar onderzoek over het RPA Zuid in september 2021 maakte Midi Moins Une ! reeds gelijkaardige bedenkingen. Het RPA-project zorgde voor een te grote dichtheid van de bebouwing in een omgeving met een hoge bevolkingsdichtheid, te weinig groene ruimte en voorzieningen, en verzadigd autoverkeer. Het fel bekritiseerde RPA Zuid werd niet aangenomen. Maar spijtig genoeg vinden we in het Move’Hub project opnieuw verschillende pijnpunten terug van het RPA Zuid.

Midi Moins Une ! is dus tégen de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning en haalt hieronder nog eens aan waarom.

2. Bouwprofielen

2.1. Naleving van de GSV

Het project grenst aan bestaande gebouwen in de Barastraat (gelijkvloers + 4) en de Paul-Henri Spaaklaan (gelijkvloers + 8). Gezien er geen BBP noch RPA bestaat moet de GSV toegepast worden. De hoogte van het project (gevels en daken) zou moeten aansluiten op deze twee aanpalende referentiehoogtes en nooit de grootste referentiehoogte mogen overstijgen.

Het is belangrijk om weten dat een gebouw buiten het bouwblok (Zuidertoren of Eurostation) of het beogen van een ‘baken’ of architecturaal gebaar geen geldige redenen zijn om van de GSV af te wijken – ook niet in de ogen van de rechtspraak van de Raad van State. Het project omvat gebouwen met een hoogte van respectievelijk gelijkvloers + 8, gelijkvloers + 10, gelijkvloers + 12 en gelijkvloers + 18. De aanvrager rechtvaardigt hierbij een afwijking van de GSV door gebouwen tegenover het toekomstige bouwproject mee op te nemen voor de referentiehoogte. Deze logica wordt maar gedeeltelijk gevolgd: in de Barastraat voorziet het project een hoogte van gelijkvloers + 8 terwijl de tegenoverliggende gebouwen eerder een hoogte van gelijkvloers + 2 + daken hebben.

2.2. De impact van buitensporige hoogten

De hoogbouw in dit project heeft een zeer negatieve impact voor de naburige woningen. De appartementsgebouwen in de Barastraat en de achterkant van de huizen in de Grisarstraat krijgen een afgeblokt uitzicht en vallen in de schaduw. Een hoogte van gelijkvloers + 8 pal op de rooilijn van de Barastraat versterkt het canyoneffect dat nu al veroorzaakt wordt door het Eurostation-gebouw – hoewel het zelfs niet op de rooilijn van de Barastraat staat.

De hoektoren met een hoogte van gelijkvloers + 18 heeft niet alleen een impact op het uitzicht van de omringende gebouwen maar werpt ook een schaduw op de Bara- en Grisarstraat, evenals de achtergevels van de appartementen in het woonblok, het Baraplein en de Paul-Henri Spaaklaan.

Deze hoge toren zal het zicht belemmeren vanop verschillende betekenisvolle plekken (Hallepoort, zicht op de Zennevallei vanuit de Birminghamstraat…) en vanuit verschillende straten (Engelandstraat, Jorezstraat, Hortaplein, Nieuwburgstraat). Ze heeft geen enkele meerwaarde voor het stedelijk landschap. In tegendeel, ze zorgt eerder voor visuele verwarring door de nabijheid van de Zuidertoren die zijn eenduidige, emblematische signaalfunctie verliest.

Vanop het Baraplein blokt de hoektoren ook het zicht af op de geclasseerde Kuifje en Bobby op het vroegere Le Lombard-gebouw.

Naast de Zuidertoren zal de hoek toren de nu soms al hevige wind versterken op de esplanade aan de ingang van het Zuidstation en in de Paul-Henri Spaaklaan. Dat zijn net plekken die veel door voetgangers gebruikt worden. Openbare ruimte dus die aan comfort zal moeten inboeten.

3. Bestemming

Met het oog op een gemengdheid aan functies voorziet het project ook in woningen. Het zijn echter koopwoningen (in samenwerking met CityDev) en co-living. Met andere woorden, het doelpubliek is de hogere middenklasse die niet het profiel hebben van de bewoners van de omliggende wijken. Als het gaat om het subsidiëren van woningen zou sociale huisvesting toch veel pertinenter zijn dan woningen die de privémarkt voeden?

Daarbij komt ook dat nieuwe woningbouw ook nieuwe voorzieningen nodig maakt die inspelen op de behoeften van de bewoners (crèches, scholen…). De omliggende wijken kennen nu al een gebrek aan dergelijke voorzieningen. Het gelijkvloers aan de Barastraat zou bestemd zijn voor voorzieningen maar die worden niet omschreven. Het lijkt ons relevant van duidelijker te bepalen welke voorzieningen nodig zijn op basis enerzijds, van de noden van de buurt en anderzijds, de behoeften van de nieuwe bewoners. Zo kan vermeden worden dat er nog meer druk komt te staan op de wijkvoorzieningen die nu al niet voldoende zijn om op de huidige noden in te spelen.

Het is heel spijtig dat publieke groene ruimte geen onderdeel is van dit project. De plek leent zich er nochtans goed toe en de buurt heeft ze hoognodig.

We stellen ons ook de vraag of het wel legaal is dat het gebouw opgetrokken wordt op een deel van de openbare weg aan de kant van de Barastraat, zoals voorzien in het GBP. Is dat wel aanvaardbaar gezien geen ander plan (RPA of BBP) het toestaat?

4. Mobiliteit & parking

Het project heeft een hoge dichtheid en voorziet 140 parkeerplaatsen. De vrees bestaat dat de mobiliteitssituatie, en zeker het nu al verzadigde autoverkeer, nog slechter zullen worden. De woonbaarheid van de Barastraat en het busverkeer in diezelfde straat zullen hier nog meer onder lijden.

De plek is centraal gelegen, sluit aan op een uitgebreid openbaarvervoersaanbod (NMBS, MIVB, TEC, De Lijn), en heeft vlakbij een grote openbare parking (Q-Park). Deze troeven moeten gebruikt worden om minder parkeerruimte te bouwen, en die zich beperkt tot leveringsdiensten.

Het project ligt op de vroegere bedding van de Zennevallei. Zo valt te vrezen dat twee ondergrondse parkeerverdiepingen het wegsijpelen van grondwater en de werking van de grondwaterspiegel zal belemmeren. Daardoor komt er een hogere risico op overstromingen (dit stuk grond ligt in een gevaarzone voor overstromingen) en/of vochtproblemen, of nog overstromingen in de naburige kelders.

5. Besluit & alternatief voorstel

Het Move’Hub-project blijft uiteindelijk zorgen voor een te grote dichtheid, met hoogten die een negatieve impact hebben op de buurt, het uitzicht en de perspectieven verderaf. Het wijkt af van de GSV met argumenten die ook niet door de rechtspraak kunnen gerechtvaardigd worden.

De vele ondergrondse parkeerplaatsen zorgen voor nog meer autoverkeer in een verzadigde wijk en verhogen het risico op overstromingen.

De voorziene woningen zijn niet afgestemd op de sociale noden van de wijk en zorgen voor een verhoogde druk op de bestaande voorzieningen (crèches…). Het project besteedt hier geen aandacht aan want het biedt geen enkel concreet voorstel op dat vlak.

Midi Moins Une ! vindt dat het huidige project geweigerd moet worden. Een project wordt aanvaardbaar als het de bouwprofielen toepast volgens de regels van de GSV: gelijkvloers + 8 aan de Paul-Henri Spaaklaan en de Blérotstraat, en gelijkvloers + 4 aan de Barastraat. Het project moet ook de nodige voorzieningen bepalen en zich beperken tot een strikt minimum aan parkeerplaatsen, waardoor er op minimale diepte gegraven moet worden.

We bevinden ons hier in een zone met een gebrek aan groene ruimte en die sterk onderhevig is aan het ontstaan van hitte-eilanden. Een nieuw project zou een openbaar park moeten voorzien, aangelegd op de vollegrond zone en met een brede opening naar de Barastraat toe. Zo ontstaat een groene wandeling vanuit Kuregem door het Grisarpark naar het Zuidstation.